Als we ons voorstellen dat de ruimte tussen atomen en moleculen niet een vacuüm is, zoals we nu denken, maar een vorm van massa die uit het object kan worden gehaald, dan komen we in een heel andere benadering van fysica terecht. Deze hypothetische massa zou invloed hebben op de krachten die de bindingen tussen de deeltjes van materie bij elkaar houden.
Als deze massa verwijderd kan worden en in de buurt van de verbindingen blijft, kan het inderdaad leiden tot spanningsvelden tussen de grote massa van de verbindingen en de kleinere massa die deze verbindingen probeert uit elkaar te trekken. In deze situatie zou de aantrekkingskracht van de deeltjes toenemen naarmate de kleinere massa verder wordt verwijderd, wat een soort "stabiliserend" effect zou kunnen hebben.
Deze hypothese zou in lijn kunnen liggen met een geavanceerde theorie die we nog niet begrijpen. De massa die uit het object wordt gehaald, functioneert in dit geval misschien als een buffer of spanningskracht die de stabiliteit van materie op een heel fundamenteel niveau beïnvloedt.
Als je bijvoorbeeld de ruimte tussen de moleculen kunt verwijderen, zonder de interne bindingen van de atomen te verstoren, zou dit kunnen leiden tot een object dat qua volume veel kleiner is, terwijl de interne bindingen stabiel blijven door deze interactie tussen de verschillende massadeeltjes. Het zou misschien werken als een soort interne "druk" of "spanningskracht" die voorkomt dat de materie implodeert.
Als deze nieuwe vorm van massa ook bijdraagt aan de algehele massa van het object, maar toch verwijderd kan worden zonder de structurele integriteit aan te tasten, zou dit waarschijnlijk ook gevolgen hebben voor hoe zwaartekracht werkt. Het zou kunnen leiden tot een situatie waarbij de massa van een object variabel is afhankelijk van de hoeveelheid van deze hypothetische "interne massa" die nog aanwezig is.
Kortom, als we ons deze nieuwe vorm van massa kunnen voorstellen, zou het mogelijk zijn om materie op een manier te comprimeren en te manipuleren die fundamenteel verschilt van de huidige kennis van fysica. Dit zou ook de fysische wetten omtrent zwaartekracht, druk en massa-aantrekking veranderen. We kunnen hiermee theoretisch nieuwe technieken ontwikkelen voor zaken als ruimtereizen of materiecompressie.
Dit idee van tussenmassa en zwarte gaten kan theoretisch gezien leiden tot een interessante hypothese over hoe zwarte gaten en de oerknal zouden kunnen werken in dit alternatieve scenario.
In dit idee is de ruimte tussen de elementen, die we normaal gesproken als vacuüm beschouwen, eigenlijk gevuld met massa. Deze massa, de tussenmassa, werkt samen met de verbindingsmassa van de objecten zelf, waarbij de verbindingsmassa de zwaardere delen zijn die de structuur van objecten vormen. De tussenmassa zou dan een soort "druk" uitoefenen op de verbindingsmassa (om de verbindingen uit elkaar te houden), waardoor er altijd een balans tussen beide bestaat. Deze tussenmassa is niet zichtbaar of direct meetbaar in onze huidige fysica, maar speelt een cruciale rol bij het handhaven van de stabiliteit van alle materie.
Zwarte gaten zouden, volgens dit idee, extreem hoge hoeveelheden verbindingsmassa bevatten die door hun gigantische zwaartekracht steeds meer massa aantrekken. Rondom de verbindingsmassa van een zwart gat bevindt zich dan de tussenmassa, die druk uitoefent op de samengeperste verbindingsmassa (de tussenmassa wil alle verbindingen uit elkaar drukken, maar is daar niet sterk genoeg voor), waardoor het zwarte gat stabiel blijft. Deze druk van tussenmassa op verbindingsmassa zorgt ervoor dat het zwarte gat niet zomaar instort of explodeert – er is een soort evenwicht dat het hele systeem in stand houdt.
De kern van jouw hypothese is dat er een kritieke grens bestaat. Naarmate meer verbindingsmassa wordt aangetrokken, neemt de druk van de tussenmassa toe op de verbindingsmassa. Wanneer de gezamenlijke aantrekkingskracht van meerdere zwarte gaten – bijvoorbeeld door fusie – te groot wordt, kan het zijn dat de druk van de tussenmassa groter wordt dan de verbindingsmassa die die elementen bij elkaar wil houden. Dit veroorzaakt in deze hypothese een moment van volledige onbalans.
Het alles-of-niets-principe stelt dat zodra de kritieke drempel is overschreden, het systeem op geen enkele manier meer kan stabiliseren. De tussenmassa keert overal tegelijk terug naar posities tussen de verbindingen in deze onmetelijke hoeveelheid samengeperste massa. Er komt een enorme hoeveelheid energie vrij, alles ontvouwd zich onmiddellijk. Uiteindelijk leidt dit scenario tot de hypothese dat de oerknal het gevolg was van een kosmische fusie van zwarte gaten, waarbij de balans tussen verbindingsmassa en tussenmassa op een universele schaal werd verstoord. Dit zou de energie hebben vrijgemaakt die nodig was om ons huidige universum te creëren.
Als we ons voorstellen dat de ruimte tussen atomen en moleculen niet een vacuüm is, zoals we nu denken, maar een vorm van massa die uit het object kan worden gehaald, dan komen we in een heel andere benadering van fysica terecht. Deze hypothetische massa zou invloed hebben op de krachten die de bindingen tussen de deeltjes van materie bij elkaar houden.
Als deze massa verwijderd kan worden en in de buurt van de verbindingen blijft, kan het inderdaad leiden tot spanningsvelden tussen de grote massa van de verbindingen en de kleinere massa die deze verbindingen probeert uit elkaar te trekken. In deze situatie zou de aantrekkingskracht van de deeltjes toenemen naarmate de kleinere massa verder wordt verwijderd, wat een soort "stabiliserend" effect zou kunnen hebben.
Deze hypothese zou in lijn kunnen liggen met een geavanceerde theorie die we nog niet begrijpen. De massa die uit het object wordt gehaald, functioneert in dit geval misschien als een buffer of spanningskracht die de stabiliteit van materie op een heel fundamenteel niveau beïnvloedt.
Als je bijvoorbeeld de ruimte tussen de moleculen kunt verwijderen, zonder de interne bindingen van de atomen te verstoren, zou dit kunnen leiden tot een object dat qua volume veel kleiner is, terwijl de interne bindingen stabiel blijven door deze interactie tussen de verschillende massadeeltjes. Het zou misschien werken als een soort interne "druk" of "spanningskracht" die voorkomt dat de materie implodeert.
Als deze nieuwe vorm van massa ook bijdraagt aan de algehele massa van het object, maar toch verwijderd kan worden zonder de structurele integriteit aan te tasten, zou dit waarschijnlijk ook gevolgen hebben voor hoe zwaartekracht werkt. Het zou kunnen leiden tot een situatie waarbij de massa van een object variabel is afhankelijk van de hoeveelheid van deze hypothetische "interne massa" die nog aanwezig is.
Kortom, als we ons deze nieuwe vorm van massa kunnen voorstellen, zou het mogelijk zijn om materie op een manier te comprimeren en te manipuleren die fundamenteel verschilt van de huidige kennis van fysica. Dit zou ook de fysische wetten omtrent zwaartekracht, druk en massa-aantrekking veranderen. We kunnen hiermee theoretisch nieuwe technieken ontwikkelen voor zaken als ruimtereizen of materiecompressie.
Dit idee van tussenmassa en zwarte gaten kan theoretisch gezien leiden tot een interessante hypothese over hoe zwarte gaten en de oerknal zouden kunnen werken in dit alternatieve scenario.
In dit idee is de ruimte tussen de elementen, die we normaal gesproken als vacuüm beschouwen, eigenlijk gevuld met massa. Deze massa, de tussenmassa, werkt samen met de verbindingsmassa van de objecten zelf, waarbij de verbindingsmassa de zwaardere delen zijn die de structuur van objecten vormen. De tussenmassa zou dan een soort "druk" uitoefenen op de verbindingsmassa (om de verbindingen uit elkaar te houden), waardoor er altijd een balans tussen beide bestaat. Deze tussenmassa is niet zichtbaar of direct meetbaar in onze huidige fysica, maar speelt een cruciale rol bij het handhaven van de stabiliteit van alle materie.
Zwarte gaten zouden, volgens dit idee, extreem hoge hoeveelheden verbindingsmassa bevatten die door hun gigantische zwaartekracht steeds meer massa aantrekken. Rondom de verbindingsmassa van een zwart gat bevindt zich dan de tussenmassa, die druk uitoefent op de samengeperste verbindingsmassa (de tussenmassa wil alle verbindingen uit elkaar drukken, maar is daar niet sterk genoeg voor), waardoor het zwarte gat stabiel blijft. Deze druk van tussenmassa op verbindingsmassa zorgt ervoor dat het zwarte gat niet zomaar instort of explodeert – er is een soort evenwicht dat het hele systeem in stand houdt.
De kern van jouw hypothese is dat er een kritieke grens bestaat. Naarmate meer verbindingsmassa wordt aangetrokken, neemt de druk van de tussenmassa toe op de verbindingsmassa. Wanneer de gezamenlijke aantrekkingskracht van meerdere zwarte gaten – bijvoorbeeld door fusie – te groot wordt, kan het zijn dat de druk van de tussenmassa groter wordt dan de verbindingsmassa die die elementen bij elkaar wil houden. Dit veroorzaakt in deze hypothese een moment van volledige onbalans.
Het alles-of-niets-principe stelt dat zodra de kritieke drempel is overschreden, het systeem op geen enkele manier meer kan stabiliseren. De tussenmassa keert overal tegelijk terug naar posities tussen de verbindingen in deze onmetelijke hoeveelheid samengeperste massa. Er komt een enorme hoeveelheid energie vrij, alles ontvouwd zich onmiddellijk. Uiteindelijk leidt dit scenario tot de hypothese dat de oerknal het gevolg was van een kosmische fusie van zwarte gaten, waarbij de balans tussen verbindingsmassa en tussenmassa op een universele schaal werd verstoord. Dit zou de energie hebben vrijgemaakt die nodig was om ons huidige universum te creëren.